Tel je zegeningen
Dat was een uitspraak die mijn vader vaker placht te uiten. Als kind klonk deze me al goed in de oren, maar zoals met wel meer uitspraken van mijn ouders het geval is, weerklinkt ook deze vele jaren later veel dieper in mij door. Tel je zegeningen, zie het halfvolle glas, niet wat er ontbreekt. Het ging er mijn vader vanzelfsprekend niet om de zegeningen daadwerkelijk te tellen, zijn opmerking wilde de luisteraar opmerkzaam maken op al dat er nu is om dankbaar voor te zijn. Dankbaarheid stemt het hart goed.
Er is zoveel in de wereld dat niet tot dankbaarheid stemt en de mens is nogal geneigd zich daar op te focussen. Ook ik. Maar ik kom de wereld op straat nooit tegen, die komt tot mij via het internet, u weet wel, dat wereldwijde web waarin zo een beetje iedereen ondertussen gevangen zit. Niemand zit werkelijk vast, maar de conditionering van de mens keert ´vrijwillig´ naar de waanwereld van de berichtgeving in het virtuele rijk. Waarvan je niet meer met zekerheid kunt zeggen dat levensechte filmbeelden niet door AI verzorgd zijn. Ik keek net nog even online en zag dat Israël behoorlijk in de brand staat. Lees dan maar eens Ezekiel 7, suggereerde iemand. En niet veel later zag ik imposante beelden van enorme zandstormen die Israël naderen. Nog eens Ezekiel 7 bekeken. God is boos. Is God nu antisemiet? Zegeningen tellen in Gaza valt bepaald niet mee.
Stel dat we even geen wereld wijd web betreden en onze voldoening louter aan non-digitaal leven ontlenen; dan is het tellen van je zegeningen in geheel ander perspectief komen te liggen. Dan hoor je je klagen over een automobilist die te langzaam rijdt, vergeet je de luxe van de pracht kar onder je kont. Als je dit opmerkt kan het je niet ontgaan dat je feitelijk een enorme zeur bent, een verwend nest.
Ik kan gerust stellen, gezien de staat waarin menig mens verkeert, dat ik uit een nest van verwenning kom. Niet door overdreven materiële welstand, maar door liefde, openheid, ruimte voor alle soorten van emoties en de intentie van uitwisseling, alle dagen weer, in goede gesprekken bij een drankje of wat meer, wat de openheid bevorderde. Ik heb mijn achtergrond in deze altijd als gunstig ervaren, laat mij liever zeggen: als een voorrecht.
Tja, en dan gaat het kind op het slechte pad vanzelfsprekend. Dat slechte pad is mij ook goedgezind geweest. Ik leerde er mijn hoofd te stoten, hoe ik zelf onnodige pijn creëerde en daar dan anderen de schuld van gaf, hoe geestelijke nood mij op de schreden van deze conclusie liet terugkeren, waarna ik mijn integriteit weer hervond. Opeens wist ik weer mijn zegeningen te tellen.
Alle mensen die ik heb ontmoet hebben sporen in mij achter gelaten. Sporen van geluk, sporen van pijn, en op de keper beschouwd zijn de sporen van geluk ook pijnlijk omdat het om voorbije zaken gaat waar je vervolgens naar terug kunt verlangen. Verlangen doet pijn. Als ik iets verlang dat er niet is denk ik aan wat mijn vader placht te zeggen.
Mijn omzwervingen in het leven, de dwaasheid die ik daarbij tentoon spreidde zonder dit indertijd te beseffen, bracht mijn filosofische aanleg op het spirituele pad. Als kind hield ik van Jezus, maar omdat geloven mij geen voldoening gaf, wilde ik weten, zelf beseffen, waarheid realiseren. Ik mocht eind tachtiger jaren de ontdekking van mijn leven doen: Nisargadatta Maharaj had zich via een boek aan mij kenbaar gemaakt. Hij raadde me aan, in plaats van nog langer mijn denken te geloven (want geloven leek me weliswaar niet genoeg, zei ik zojuist, maar ik geloofde nog van alles zonder dit te beseffen): blijf in gewaarzijn zelf, erken het enige dat je zeker weet: ik ben. Dus niet: ik ben Joost, ik ben goed of fout, ik ben spiritueel of wat dan ook maar, nee, alleen maar in het gevoel van zijn zelf, zonder woorden, verblijven. Dit is tot op de dag van vandaag het beste advies gebleken en gebleven.
Er loopt een meisje rond op deze planeet als gevolg van mijn samenkomst met een vrouw. Dit meisje wil geen contact meer met mij. Of wellicht toch, maar is ze bang voor mijn uitingen; ze is huiverig voor teveel kennis over wat er op de wereld plaats heeft. Ik kijk iedere dag naar de vier foto´s die ik hier van haar heb hangen. Gisteren dacht ik: misschien kunnen de foto´s wel weg, want waarom zou ik blijven kijken naar iemand die mij niet wil zien? Het antwoord is eenvoudig: ik zie haar graag. Als het glas half leeg is, dan doet ze me tekort. Als het glas half vol is ben ik een dankbare vader. Ik wil haar vrijheid, ook als dat betekent dat ze me niet wil zien.
Toen kwam ik dat andere meisje tegen, van rond de 50 jaar. Huisde in Ierland, we kregen contact via Facebook. Dus oplichter Zuckerberg heeft ons samengebracht. Het wordt, als ik Mark Z. erbij vermeld, wel wat gecompliceerd met die zegeningen, maar ik ben gestopt met rekenen en tellen, en dan is het feitelijk heel eenvoudig. In 2015 emigreerde ik naar Ierland en toen zijn Lief en ik de kernoorlog met elkaar begonnen. De kernoorlog die ons beiden leerde dat we onze reactieve emoties wel eens konden gaan onderkennen. We twijfelden niet aan onze liefde, wel aan onze aangeleerde ponskaarten. Zo mochten we voorbij vele bezwaren groeien. Transcenderen heet dat geloof ik: je gooit het oude niet weg, maar je wordt groter dan dat.
Als dan je partner wegvalt, ja, dat zal wel iets van een zware dobber in zich hebben, maar fataal voor het tellen van zegeningen kan het nooit zijn. Ik vier het leven, kan verlies ook beleven en word tenslotte aan dit levensdomein onttrokken.
Ik dank de lezer.
Ana Vidovic plays Johann Sebastian Bach – the Fugue BWV 1001