Spiegeltje aan de wandloze onmetelijkheid
Ben het boek van Alexander Smit getiteld ´Het directe pad´ aan het herlezen en heb nog 14 bladzijden te gaan. Mijn geheugen zegt me dat ik niets nieuws lees, maar op dieper niveau voel ik me af en toe ongerust als ik niemand kan vinden die uit deze ogen kijkt. Een unheimisch gevoel, alsof de bodem van bestaan onder mij wegvalt. Dat gebeurt niet, alles blijft functioneren, maar er klopt iets op mijn deur dat mij te grazen wil nemen. Alsof mijn kop in een tijgers bek ligt maar het beest nog niet gebeten heeft. Het is dan zo voelbaar wat ik vaak in boeken las: dat angstaanvallen aan egodood vooraf gaan.
Alexander Smit kreeg eens de vraag voorgelegd of hij nog iets te wensen over had. Zijn antwoord was: nog eenmaal vijf minuten op dat zoldertje in Bombay met Nisargadatta Maharaj mogen verkeren. Ik zou nu graag Alexander nog eens bezoeken en hem voorleggen wat er nu in mij plaats vindt.
Karin zei tijdens een middagwandeling onlangs, op een prachtige dag met mystiek licht van een ondergaande zon: "Het is alsof wij onszelf opnieuw aan het uitvinden zijn." Ik had daar op geantwoord: "Het lijkt mij hier te gaan om het verlies van oude patronen waarbij het nieuwe niet langer onze invulling zal zijn." "Nee, er hoeft inderdaad niets voor teruggezet te worden. De angst voor ´the void´, die ik vroeger kende, speelt deze dagen niet meer op."
Ik voel vanavond dat het in mij welzeker om angst voor de leegte draait. De angst zonder identiteit en controle te staan, onderwerpen die in ´Het directe pad´ helder besproken worden. De leegte vrees ik niet als ik afleiding zoek van het unheimisch gevoel in wat dan maar ook, dan is het even geen probleem. Zoek ik geen afleiding dan dient het onvermijdbare zich toch weer aan. De mogelijkheden tot afleiding zijn talloos, zet het internet maar aan. En als ik geen enkel apparaat aanzet, geen boek ter afleiding van het ervaren zelf pak, dan gaat het denken in mij wel patronen afspelen om maar niet bij de leegte aan te belanden. Omdat ik dit helder zie wil ik die patronen niet langer benutten en uit laten rollen. Dan val ik langduriger stil. Dat is wel lastig in een relatie als de ander voortgang van oude patronen verlangt. Karin voegt in, wat haar opmerking dat wij onszelf opnieuw aan het uitvinden zijn verklaart.
Maar er is ook iets geks aan de hand met die leegte, alsof leegte een doel op zichzelf zou zijn. Dat is het volstrekt niet. Het gevoel dient zich aan, en ik meen te weten waarom. In het Nederlands kennen we het prachtige woord ´volledigheid´. Een evenwichtig woord, dat niets en alles bevat. Als westerlingen hebben we geleerd ons te identificeren met alles dat zich aan de buitenkant begeeft, materiële zaken, carrière maken, groeien als persoon. In dit alles ligt de nadruk op vol, ledig wordt geheel vergeten. Vandaar dat de dood ook taboe is, een taboe waar Big Pharma goed aan verdient terwijl het moorden pleegt. Maar dat is niet mijn onderwerp vanavond.
De leegte dient zich aan omdat iets in mij weer in evenwicht wil komen. Mijn nadruk ligt nog altijd op ervaren, actie, gebeurtenissen en als er niets gebeurt zorg ik wel dat er iets gebeurt. Hierin ligt onrust besloten. Ik ben nogal bekend met verslavingen, heb me vaak afgevraagd wat de kernverslaving nu feitelijk is, en las op een dag de woorden van Da: verslaving aan ervaring. Dat is de kern van verslaving helemaal, alle andere verslavingen, die controlezuchten zijn, vallen daar onder. Laat de controlezucht vallen en het ego sterft; niet het Bewustzijn dat alles mogelijk maakt en, als altijd, vrij stromen blijft.
Er vindt een ontmanteling in mij plaats die ik niet verzonnen heb. Het is een vreemd idee geworden dat ik de schrijver van deze teksten ben, zelfs als het ego zich erin mengt. Was ik werkelijk de auteur van mijn bestaan dan was alles altijd leuk, lekker en gezellig. Maar zo werkt het blijkbaar niet. Er geldt een onontkoombare wet die mijn zelfverheerlijkingen terug tot de ware orde der dingen roept, en dan weet ik dat de wet sterker dan mijn wil is. Dan rest louter bescheidenheid, erkenning en overgave.
De ontmanteling is zeker, verloopt langzaam maar gestaag. Osho heeft dit wel eens de gerechtigheid van de wet genoemd: je krijgt nooit meer op je bordje dan je aan kan. Terwijl Osho ook wel wist dat er niemand bestaat die iets aan zou kunnen, maar het is een manier van spreken. Er is vanzelfsprekend ook niemand die verlicht of bevrijd gaat worden, het probleem is nu juist diegene die zoiets voor zichzelf wenst op te eisen: een optische illusie, een fata morgana, een verzonnen zoeker. Verlichting is het vallen van precies deze illusie. En daar zit vanzelfsprekend geen ego op te wachten.
Het verlangen zonder verlangen te zijn. Het ego dat als zoeker zichzelf om gaat brengen. Wie gelooft dat soort dingen? Er zit een onmogelijkheid in. Het doek valt pas als dit tot in alle regionen van mijn lichaamgeest onderkend is. Dan ben ik klaar, wat betekent: uit beeld verdwenen. Pas dan mag alles zijn wat het is, tot die tijd ben ik, hoe vroom mijn woorden ook moge klinken, in de kern bezig als herrieschopper.
Tijdens de avondwandeling gisteren spraken Karin en ik weer over vrijheid. Dat de wereldse tegenstellingen ons er nooit zullen brengen. En dat we toch, om met Lester Levenson te spreken, vrijheid van de wereld willen, en dit in de wereld. Karin zei hierop: "Vrijheid die het nodig heeft iets buiten te sluiten is geen vrijheid."
Zaken aan de buitenkant veranderen of zelf doorbranden, dat maakt een groot verschil. Ik ben intens moe van de wereld die ik overweeg en als ik dan vandaag de gehele dag geen internet aanzet vallen dingen eenvoudig op hun natuurlijke plaats. Internet is een geniale machtsstructuur met al die telefoontjes in de zakken van ongeveer iedereen. En men betaalt pittig voor de elektronische handboei om ´er maar bij te mogen horen´.
De dood is taboe omdat anders die telefoons maar niet verkocht worden, noch al die zieke pillen en injecties die dood en verderf zaaien.
De dood bestaat niet. Iedere identiteit van vroeger jaren is in een ieder dit dit leest reeds gevallen, morsdood, en nog altijd leef je voort. Het lichaam vernieuwt zich iedere zeven jaren, en nog altijd loop je rond. De dood is onze vriend zonder welke, zoals Nisargadatta zo gevat zei, we allen in een moeras van seniliteit zouden eindigen.
Laat mij tot slot de video tonen op welke ik Nisargadatta, nadat I Am That in de Nederlandse vertaling van Wolter Keers mij diep had geraakt, voor het eerst op beeld zag opereren.
Nisargadatta Maharaj – Awaken to the Eternal