Het einde van de wereld nabij?
Ze bestond al niet. Ze was reeds kind van een onvruchtbare vrouw. Ze is sindsdien beheerst door onvruchtbare mannen van fantasie. Een lachertje van intense hel, de kwelling van zelf. Er is geen zelf. Er is geen wereld. Er is verschrikkelijk veel fantasie die tot in het vlees als hel wordt gevoeld. En toch niet waar. En toch niet draagkrachtig. Het is mij een wonder dat mijn woorden het nog lijken te verliezen van wie de hel volhouden. Ik verloor iedere strijd. Noem het vrede. Het is niet-bestaan het is niet-weten. Laat de weters maar begaan met alsmaar helser regionen; laat de gelovers in de weters dan maar sterven. Mijn schrijven kan voorgoed stoppen want al deze woorden komen aan of worden misbegrepen; in beide gevallen is gezegd dat het louter overbodige fantasie betrof. Behalve dan die paar woorden die iemand leken te redden voor een periode tot de uiteindelijke ondergang in vrede.


